Katten hebben de neiging om weinig te drinken. Vroeger haalden ze vooral hun vocht uit de prooien die ze vingen. Tegenwoordig leven de meeste katten het grootste deel van de tijd binnen en vangen ze nog weinig prooien, hierdoor hangen ze af van hun baasjes voor hun voeding.
Ongeveer 1/5 van de katten krijgt ooit in zijn leven last van blaasgruis. Vermits de kans op het vormen van gruis vermindert wanneer je kat minder geconcentreerde urine heeft, is het belangrijk dat ze veel drinkt. Uit een onderzoek is gebeleken dat katten die enkel droge voeding krijgen een sterk geconcentreerde urine hebben. Je kan ze dus beter stimuleren om veel te drinken.
Wat kan je doen om je kat te stimuleren om te drinken?
- Je kan best op meerdere plaatsen drinken aanbieden, het best op plaatsen waar ze vaak passeren
- Plaats het drinken ver van de kattenbak verwijderd.
- Ontdek wat je kat wilt, sommige katten drinken liefst kraantjeswater, andere gaan dan weer voor flessenwater of regenwater.
- Katten hebben last om de hoogte van het wateroppervlak in te schatten en drinken dikwijls graag van stromend water.
- Het fonteintje van cas & lux is ideaal, je kat kan kiezen tussen stromend water of rechtstreeks uit het bakje drinken.
Een artikel door dierenarts Dr. de Cock